Home

Het Kenniscentrum Grote Steden voorzag steden en departementen van praktische en wetenschappelijke kennis over stedelijke vraagstukken. Het bevorderde de uitwisseling van kennis en ervaring over grotestedenbeleid tussen de steden en departementen. De hoogwaardige kennisoverdracht vond plaats via de DOCBANK, bijeenkomsten en publicaties.

Dit Kenniscentrum Grote Steden bestaat niet meer. Op deze website gaan we diverse stedelijke onderwerpen onder de loep nemen en bij elk ingaan op de verschillende onderzoeken die er zijn gedaan op dat vlak.

 

Onderwerp 1 Wonen

1. Nota mensen-wensen-wonen

Inleiding
In deze nota heeft het kabinet zijn visie op het wonen in de 21e eeuw neergelegd. De nota stelt de burger centraal in het woonbeleid. Dat is nodig, want uit onderzoek is gebleken dat de woonwensen van de burger nog onvoldoende worden bediend.

Beschrijving

De analyses van de woningmarkt in het Woningbehoefte-onderzoek 1998, de Woonverkenningen 2030, maar ook de vele gesprekken die het Ministerie van VROM de laatste jaren heeft gevoerd met burgers, marktpartijen en andere deskundigen in de woningbouw, hebben geleid tot het inzicht dat de kwaliteit van een deel van de Nederlandse woningvoorraad en woonmilieus in veel opzichten niet meer voldoet aan de huidige eisen. Dit komt niet alleen door de economische groei en de daarmee samenhangende vraag naar meer ruimte en kwaliteit, maar ook door de toenemende individualisering en emancipatie van de burger op de woningmarkt. De burger wil zeggenschap over waar en hoe hij woont. In deze nota geeft het kabinet door middel van toekomstscenario’s een visie op het wonen in de 21ste eeuw.

2. Inwoners grote steden het minst tevreden over woonomgeving

Inleiding
Ongeveer 85% van de bewoners zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn met de eigen woonomgeving. Het minst tevreden zijn de inwoners van de vier grote steden en van het woonmilieutype ?buiten-centrum?. Dat blijkt uit het Woningbehoefte Onderzoek 2002.

Beschrijving

Ongeveer 85% van de bewoners zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn met de eigen woonomgeving. Het minst tevreden zijn de inwoners van de vier grote steden en van het woonmilieutype ‘buiten-centrum’. Dat blijkt uit het Woningbehoefte Onderzoek 2002.

Het Woningbehoefte Onderzoek 2002 (WBO 2002) is een groot onderzoek met een steekproef van 75.000 ondervraagden naar de woonsituatie (woning en woonomgeving) van de Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het wordt eens in de vier jaar gehouden.

Als gekeken wordt naar de 56 aandachtswijken van de stedelijke vernieuwing blijkt de tevredenheid met de woonomgeving beduidend minder te zijn dan in de andere delen van deze steden. Landelijk gezien is 43% van de bewoners bereid zich actief in te zetten om de eigen buurt te verbeteren. Deze bereidheid is in de stedelijke milieus lager dan daarbuiten en is onder mensen die denken dat de buurt in de lift zit hoger dan mensen die denken dat de buurt achteruitgaat.

Voor onze offline marketing laten we onze reclamefolders verspreiden door huisaanhuisfolders. De folderverspreiding vind huis aan huis plaats inde hele regio.

3. Woningbouw kan sneller

Inleiding
Gemeenten en provincies kunnen de woningbouw versnellen door anders om te gaan met de procedures. Dat blijkt uit het onderzoek ´Spelen met regels´ dat in opdracht van het ministerie van VROM is uitgevoerd in Zestienhoven en Hoogvliet.

Beschrijving

Uit het onderzoek blijkt dat projecten vaak vertraging oplopen doordat de lagere overheden tal van zaken niet vroeg genoeg en niet compleet genoeg in kaart brengen. Er kan dan ook veel tijdwinst worden geboekt door van te voren te inventariseren welke procedures voor een bouwplan doorlopen moeten worden. Ook andere informatie, zoals uit verschillende onderzoeken, zou volgens VROM eerder op een rijtje gezet moet worden.

Het onderzoek is een gezamenlijk product van het ministerie van VROM, de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. Het rapport is door het ministerie in een advies aan de dertig grootste gemeenten aangeboden.

4. Gemeenten mogen afwijken van milieuregels

Inleiding
Het kabinet heeft ingestemd met de Interimwet stad-en-milieubenadering van de staatssecretaris van VROM, Van Geel. Deze Interimwet biedt gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van bepaalde milieueisen voor woningbouw, zoals geluidsnormen of regels tegen stank. Hierdoor zijn gemeenten in staat om ook op lastige locaties woningen te bouwen. Uiteraard is dit aan strikte voorwaarden gebonden.
Beschrijving
Als een gemeente kan aantonen dat geplande woningbouw onder de bestaande milieuregels niet mogelijk is, kan het bij de provincie een ontheffing aanvragen. Gemeenten die van de milieuregels afwijken moeten dit elders in de woonwijk compenseren door de leefkwaliteit te bevorderen. Verder bevat het wetsvoorstel een regeling voor de coördinatie van besluiten. Hierdoor kunnen gemeenten het ruimtelijk beleid sneller uitvoeren.
De Interimwet stad-en-milieubenadering is een vervolg op de Experimentenwet Stad en Milieu. Deze wet bood gemeenten de mogelijkheid om tot 1 januari 2004 af te wijken van milieuregels. Bij de evaluatie van deze wet bleek dat de mogelijkheid om af te wijken van de milieuregels gemeenten enorm heeft gestimuleerd om lastige bouwlocaties te ontwikkelen. Daarbij bleek dat het in de praktijk vaak niet eens nodig was om daadwerkelijk van de regels af te wijken. De aanbevelingen van de Evaluatiecommissie zijn verwerkt in de Initiatiefwet.